Weekend(ver)voer

Na mijn blog over de aanschaf van het prachtige paarse cameraatje willen jullie natuurlijk nog maar één ding: foto’s! Ik hoor jullie denken, laat maar es zien hoe het eraan toe gaat daar in Bangalore, India! Nou kan ik jullie vertellen dat de foto van de koe op de middenberm inmijn vorige blog, de tweede foto is die ik maakte met mijn violette vriendje. De allereerste was er een van mijn kamer met als middelpunt een heerlijk tweepersoons bed (waarom nou? Ik lig 37 nachtjes alleen).

Daarna mag hij mee op stap. Eerste slachtoffer is dus de koe op de weg en aangezien hij lekker in de hand ligt (de camera voor de goede orde), mag hij daar blijven. Wel met het koordje om mijn pols natuurlijk. Straks raak ik hem nog kwijt.

Dus maak ik ook nog wat foto’s van de straat waaraan ons hotel ligt. We moeten namelijk toch wachten totdat we minimaal twee riksja’s te pakken hebben om ons (ik ben met zeven mannen op stap) naar de binnenstad van Bangalore te brengen: Mahatma Gandhi Road, voor de kenners van de stad MG Road.

Als we eindelijk beslag hebben weten te leggen op een riksja, zijn we niet meteen weg. Nee, er moet eerst onderhandeld worden over de prijs. Gelukkig hebben we vrijdag met Rahul, de trainer van die dag, gesproken en hij vertelde dat dat ritje maximaal 80 roepies mag kosten (1,20 euro), per riksja, ongeacht hoeveel personen erin zitten. Deze chauffeur wil ons voor 100 roepies elk wel naar MG Road brengen. Na enig onderhandelen krijgen we het voor elkaar dat hij ons voor 100 roepies totaal wil rijden. Nog teveel, maar vooruit. Inmiddels hebben we ook een tweede  en derde riksja geregeld.

Er zou plaats moeten zijn voor drie mensen achterin. Voor Indiërs geen probleem, ik zit stevig ingeklemd tussen Peter en Ferdinand en kan niet meer bewegen.

En dan begint het avontuur. Linksrijdend verkeer, driebaansweg, vijfbaansbreed verkeer in de praktijk. Riksja’s die niet harder dan 40 km per uur gaan, rijden uiteraard aan de rechterkant of in het midden, zodat het verkeer aan alle kanten voorbij raast. Een gesprek is niet mogelijk omdat ik ten eerste geen lucht krijg omdat ik klem zit. Ten tweede omdat het gevaarlijk is om je mond open te doen, je weet namelijk niet wat voor troep je dan inademt. Ten derde omdat het meemaken van dit avontuur me mijn adem beneemt. Ten slotte omdat je elkaar toch niet verstaat omdat er alleen maar de hele tijd vreselijk getoeterd wordt: “pas op, ik kom eraan en ik stop niet”, is de boodschap.

Als we een kwartiertje later op MG Road staan, beginnen we aan de wandeling die moet eindigen bij het Bangalore Palace. Een stukje historie in Tudorstijl, uit de koloniale tijd.

We lopen en lopen, langs de enorm drukke weg, we steken af en toe over, omdat we ondertussen ook op zoek zijn naar een pinautomaat die passen met het Maestro-logo accepteert. Steeds vangen we bot.

Ondertussen proberen Laurens en ik koers te houden richting het paleis. Hij heel 2.0 met google maps op zijn smartphone en ik heel oldskool en 1.0 met een papieren plattegrond. Samen komen we een heel eind!

We lopen door het Cubbonpark, helaas geen oase van rust omdat er gewoon een weg dwars doorheen loopt, door een straat vol overheidsgebouwen, langs de nationale bibliotheek, langs een zwaar bewaakt gebouw waarvan we tot op heden niet weten wat het voor gebouw is. We komen nog langs het gerechtsgebouw van de Hoge Raad. Het paleis komt maar niet veel dichterbij voor ons gevoel. Ondertussen maak ik met mijn photofriend echte toeristenkiekjes.

We hebben ons ontzettend in de afstand vergist, is dan ook de conclusie als we in een koffiebarretje aan de koffie, het water en de aardbeiensoda zitten.  Toch lopen we na deze pauze stug door. Ik ben tenslotte met NNcourage-collega’s op stap en die geven niet snel op.

Dan stopt er een riksja bij ons en de chauffeur vraagt waar we naartoe willen. Nadat hij verteld heeft dat het paleis al dicht is, biedt hij ons aan om ons voor 30 roepies een uur door de stad rond te rijden. Hij heeft zijn vriend al geregeld en die is onderweg.  We doen het. En weer zit ik klem tussen Peter en Ferdinand en zit Laurens naast de chauffeur ‘op de bok’.  De andere vier zitten bij de vriend in het karretje. We komen maar net boven.

Het paleis is prachtig. Er is een bruiloft gaande en er staan enorm dikke, dure auto’s voor de poort.  Ondertussen heeft onze riksjavriend nog een extra karretje geregeld. Vier mensen in één riksja is toch niet echt handig.

We worden afgezet (letterlijk!) bij een ‘traditional handcraft shop’.  We snuffelen wat rond, bekijken de sieraden, sjaals, olifantjes en andere snuisterijen en als we weer in de riksja zitten analyseren we de agressieve manier van proberen te verkopen. Een heel andere salestechniek dan die wij tijdens de training hebben besproken: uitgaan van wat de klant wil.

Na nog zo’n toeristenwinkel, een iets goedkopere zodat we kunnen vergelijken, zetten de riksja’s ons af bij Commercial Street. De naam zegt genoeg! Wat veel mensen, wat veel winkeltjes, wat veel verkeer in de kleine straatjes en wat toeteren de auto’s hard. Geen wonder dat het de agenten die op een kruispunt staan het niet lukt om het verkeer te regelen. Hun snerpende fluitjes komen niet boven de toeters uit.

Van deze heksenketel, drukte, actie krijg ik weer energie. Dit is India, hier kopen (de rijkere) Indiërs hun spullen, huisraad, kleding, mobieltjes.  En hier eten ze. Overal ruikt het naar koriander, rijst, curry. Heerlijk. Hier zie je moderne, traditionele hindoes op straat naast moslims, in het zwart gesluierde vrouwen, alleen hun ogen zichtbaar en soms zelfs dat niet eens. Toeristen hebben we niet gezien. Wij waren de enige westerse blanken op straat. Hier kom ik zeker nog eens terug!

 Eerst gaan we een plek zoeken om te eten. Dat is nog een hele klus, want we willen eigenlijk wel eens wat anders dan het traditionele Indiase eten dat we doordeweeks voorgeschoteld krijgen. Een steakhouse zou fijn zijn. In de buurt gaat dat niet lukken en dus nemen we een riksja naar een buurt waarvan Rahul vrijdag had gezegd dat daar veel eettentjes zijn. Omdat het erg druk is, en er vrij weinig riksja’s zijn, splitsen we ons weer op en spreken we af elkaar op het metrostation Indira Nagar te ontmoeten. Peter en ik gaan als laatste, want ik heb een kaart bij me. We worden naar een metrostation gebracht waar verder niet veel te beleven is en we bellen met de anderen (dankzij onze Indiase prepaid simkaarten is dat geen probleem!). Het blijkt dat wij bij het verkeerde metrostation staan en we lopen een eind in de richting waar de anderen moeten zijn. Gelukkig hebben we een kaart! Uiteindelijk brengt een nieuwe riksja ons bij de anderen. In de buurt vinden we een Californian Pizza Kitchen, waar ze Mexicaans combineren met Italiaans.  We gaan ons te buiten aan torillasoep, tortillachips, pizza’s brownies, tiramisu, cheesecake en slagroom. Heerlijk, net als thuis.