Waar
Op zijn buik schuift hij onder de schutting door de tuin uit. Op zoek naar avontuur, want daar hunkert hij naar. Altijd wint zijn nieuwsgierigheid. Totdat meelopen naar school en samen met Koos kikkers en vogels vangen bij de vijver niet genoeg meer is. Nee, hij wil meer en kruipt 2 januari 2015 (het kan ook 3 januari geweest zijn, het was zeker niet 1 januari) het avontuur tegemoet.
Vanaf dat moment is hij kwijt, nergens te vinden, nergens gezien. We speuren door de buurt, hangen briefjes op, vragen rond en geven hem als vermist op in de dierenregisters. Hij heeft tenslotte een chip.
Maanden gaan voorbij, zonder levensteken. Vriend Koos doet weer normaal. Af en toe tranen en vragen bij de meiden. Waar is hij, waarom komt hij niet terug, hoe kan dit? Maar elke ochtend staat alleen Koos voor de tuindeur.
We stellen onszelf gerust met de gedachte dat hij vast een ander fijn huis heeft gevonden waar hij het goed heeft. Als hem iets vreselijks was overkomen, dan was hij vast gevonden en hadden ze wel de chip gecheckt.
En toch…
En toch blijft hij in onze gedachten en missen we onze ondeugende doerak. Niet gek dus dat Maud een herinnering in Joris’ kerstboom op de Parade wil hangen. Op de eerste dag dat de boom er staat, ze zijn nog aan het opbouwen als we de Parade oversteken richting binnenstad voor een outfit voor het kerstdiner van de klas, vertelt ze dat. Ze mist hem.
Een paar dagen later doet ze dat ook. De twee keer in de stad daarna laat ze vol trots zien waar ze de foto en tekst heeft neergelegd. Onder de boom, op de verhoging, dicht bij de stam, beschermd tegen weersinvloeden. Ze kruipt ontroerend resoluut onder de boom als ze ontdekt dat hij niet helemaal recht staat.
Twee dagen na Kerst. Telefoon uit Nijnsel. Hij is gevonden en leeft al een tijdje rond het huis van iemand. Die iemand ontfermt zich over hem en gaat met hem naar de dierenarts als de jeuk te erg wordt. Hij wordt behandeld en krijgt medicijnen en oh ja, ze kijken ook gelijk even of hij gechipt is.
Nu is hij weer thuis en is alles weer zoals het was, het kopjes geven, zijn geluidjes, samen in de mand. Na anderhalf uur snuffelen, om elkaar heen draaien en een beetje blazen zijn Koos en Dreumel weer vriendjes voor het leven.
Hoera! Hij is weer thuis. Voorbij is het avontuur.
En die boom? Ik weet het niet.