Mooi
Eva (4 en een half) ligt in de douchebak te spelen met de laatste restjes water dat nog in de bekers en flesjes zit. Douche is al uit en ik sta al even klaar om haar af te drogen. Na mijn klassieker, maar nog immer werkende, “ik tel tot drie”, staat ze op de badmat. Ze zegt een beetje stiekem grinnikend: “ik wilde bijna ‘stommerd’ tegen je zeggen”. Ik, verbaasd, zeg: “gelukkig zei je dat niet, anders had je je zelf af kunnen drogen.” Zegt ze : Je bent schitterend”.
Ik ben perplex en vraag, toch ook een beetje gevleid, wat dat betekent. “Dat je mooi bent mama.” Ik ben vereerd en ik (op elk moment van de dag nieuwsgierig naar taalontwikkeling bij kleuters) vraag of ze nog een woordje weet dat ‘mooi’ betekent? Toch even checken of ze een beetje taalgevoel heeft.
Ze denkt even na, kijkt even naar het plafond en zegt dan, bloedserieus: “dat je prachtig bent”.
Smeltmomentje met veel knuffels volgt.
Ondertussen is ze helemaal afgedroogd en kan ze zich gaan aankleden. En met die taalontwikkeling zit het wel goed