Film

Sarah helpt haar broertje Michel in de kast waarin ze hem opsluit. Uit liefde. Ze bewaart de sleutel goed. Totdat een vrouwelijke bewaakster in het stadion Sarah de sleutel op een gruwelijke wijze afhandig maakt. Hoe precies weet ik niet meer. Ik kon niet meer verder kijken. Tranen stroomden over mijn wangen van verdriet, want je voelt aan (ook als je het boek niet gelezen hebt) hoe het met haar broertje afloopt, want je voelt wat Sarah voor haar Michel voelt. Van woede en frustratie, hoe kun je het in je hoofd halen om zo met kinderen, met mensen om te gaan.

Bovenstaande scene is afkomstig uit de film Sarah’s Key, naar het boek Haar naam was Sarah. Boek en film, ik begin er niet (meer) aan. Dat kan ik niet.

Afgelopen weken zag ik wel twee andere films. Biutiful, op een vrijdagavond laat, 23 uur, publieke omroep. Een indringende film over (blijkt later in de film) terminale prostaatkankerpatiënt Uxbal die worstelt met het feit dat hij binnen afzienbare tijd doodgaat en dat tegen niemand vertelt. Zijn twee kinderen zal hij achter moeten laten bij zijn manisch depressieve ex-vrouw Maramba. Die dat niet aankan. Dit blijkt wel als ze het jongetje voor straf niet mee laat gaan naar de bergen omdat hij stout is geweest. Uxbal vindt hem ’s avonds alleen in bed. Tranen stromen over mijn wangen de hele film lang.

Toch blijf ik kijken. Hoe penibel en uitzichtloos de situatie ook is en lijkt, ergens gloort de hoop dat het allemaal goed komt met de kinderen, met Marmaba, zodat Uxbal enigszins gerust kan sterven.   Ik voel zijn liefde voor zijn zoon en dochter en ik voel zijn verantwoordelijkheid naar de kinderen toe. Ik voel ook zijn wanhoop, zijn boosheid, zijn verdriet. De kinderen hebben het ondanks de rauwe en grauwe leefomstandigheden, goed bij hun vader. Ik voel ook de liefde die Maramba heeft voor haar kinderen en ze doet ontzettend haar best om voor de kinderen te zorgen. Het lukt alleen voor geen meter en die worsteling is ook voelbaar. Kortom, een film die nogal binnenkwam en nog steeds rondzingt in mijn hoofd.

De tweede film die ik zag, was Black Swan. De tip voor deze film pikte ik op uit mijn twittertimeline. Ik herinnerde mij de titel en bedacht me dat ik deze film altijd al een keer had willen zien. Een snelle zap naar Net 5 vertelde me dat de film nog maar net begonnen was.

Ik zag een zeer indringende film over balletmeisje Nina dat ontzettend worstelt met zichzelf, met haar talent, met haar tegenspeelsters, haar moeder, de regisseur. Tot het ook voor de kijker, voor mij in elk geval, niet meer helemaal goed te onderscheiden is wat nu werkelijk gebeurt in de film en wat er alleen in het hoofd van Nina gebeurt. Black Swan draait om de vertolking van de zwarte zwaan in het beroemde ballet het Zwanenmeer van Tsjaikovski, de rol die Nina minder makkelijk af gaat dan die van de witte zwaan en Nina’s worsteling hiermee.

Ook deze film grijpt me bij de keel en komt binnen. Minder hard dan Biutiful, maar Nina’s worsteling is, een aantal dagen zeker, onderwerp van mijn gedachten. En dat zette mij aan het denken. Waarom komt deze aangrijpende film minder hard binnen dan Biutiful en ook Sarah’s Key? Is dat de setting waarin ik de films keek, voor Sarah’s Key op dvd gingen we echt zitten, Biutiful kwam laat op de avond, publieke omroep en alleen, Black Swan werd uitgezonden op een commerciële zender, vroeger op de avond en ik keek alleen.

Zou het de clichéreden zijn dat zodra je kinderen hebt, je niet meer zonder een flinke huilbui naar films kunt kijken waarin kinderen slachtoffer worden, omdat je je het lot van deze kinderen persoonlijk aantrekt? Of zat het verschil in binnenkomen in het type zender en het tijdstip van uitzenden? Zat ik  minder diep in Black Swan vanwege de reclamepauzes en de bezoekjes aan mijn eigen kroost tijdens die ‘breaks’ omdat het nog niet zo laat was? En speelt het ontbreken van aftiteling aan het einde van de film ook mee? Dat is bij uitstek het deel van de film waarin de verwerking van wat je zojuist gezien hebt begint. Het nagenieten, het nadenken over de film.Sarah helpt haar broertje Michel in de kast waarin ze hem opsluit. Uit liefde. Ze bewaart de sleutel goed. Totdat een vrouwelijke bewaakster in het stadion Sarah de sleutel op een gruwelijke wijze afhandig maakt. Hoe precies weet ik niet meer. Ik kon niet meer verder kijken. Tranen stroomden over mijn wangen van verdriet, want je voelt aan (ook als je het boek niet gelezen hebt) hoe het met haar broertje afloopt, want je voelt wat Sarah voor haar Michel voelt. Van woede en frustratie, hoe kun je het in je hoofd halen om zo met kinderen, met mensen om te gaan.

Bovenstaande scene is afkomstig uit de film Sarah’s Key, naar het boek Haar naam was Sarah. Boek en film, ik begin er niet (meer) aan. Dat kan ik niet.

Afgelopen weken zag ik wel twee andere films. Biutiful, op een vrijdagavond laat, 23 uur, publieke omroep. Een indringende film over (blijkt later in de film) terminale prostaatkankerpatiënt Uxbal die worstelt met het feit dat hij binnen afzienbare tijd doodgaat en dat tegen niemand vertelt. Zijn twee kinderen zal hij achter moeten laten bij zijn manisch depressieve ex-vrouw Maramba. Die dat niet aankan. Dit blijkt wel als ze het jongetje voor straf niet mee laat gaan naar de bergen omdat hij stout is geweest. Uxbal vindt hem ’s avonds alleen in bed. Tranen stromen over mijn wangen de hele film lang.

Toch blijf ik kijken. Hoe penibel en uitzichtloos de situatie ook is en lijkt, ergens gloort de hoop dat het allemaal goed komt met de kinderen, met Marmaba, zodat Uxbal enigszins gerust kan sterven.   Ik voel zijn liefde voor zijn zoon en dochter en ik voel zijn verantwoordelijkheid naar de kinderen toe. Ik voel ook zijn wanhoop, zijn boosheid, zijn verdriet. De kinderen hebben het ondanks de rauwe en grauwe leefomstandigheden, goed bij hun vader. Ik voel ook de liefde die Maramba heeft voor haar kinderen en ze doet ontzettend haar best om voor de kinderen te zorgen. Het lukt alleen voor geen meter en die worsteling is ook voelbaar. Kortom, een film die nogal binnenkwam en nog steeds rondzingt in mijn hoofd.

De tweede film die ik zag, was Black Swan. De tip voor deze film pikte ik op uit mijn twittertimeline. Ik herinnerde mij de titel en bedacht me dat ik deze film altijd al een keer had willen zien. Een snelle zap naar Net 5 vertelde me dat de film nog maar net begonnen was.

Ik zag een zeer indringende film over balletmeisje Nina dat ontzettend worstelt met zichzelf, met haar talent, met haar tegenspeelsters, haar moeder, de regisseur. Tot het ook voor de kijker, voor mij in elk geval, niet meer helemaal goed te onderscheiden is wat nu werkelijk gebeurt in de film en wat er alleen in het hoofd van Nina gebeurt. Black Swan draait om de vertolking van de zwarte zwaan in het beroemde ballet het Zwanenmeer van Tsjaikovski, de rol die Nina minder makkelijk af gaat dan die van de witte zwaan en Nina’s worsteling hiermee.

Ook deze film grijpt me bij de keel en komt binnen. Minder hard dan Biutiful, maar Nina’s worsteling is, een aantal dagen zeker, onderwerp van mijn gedachten. En dat zette mij aan het denken. Waarom komt deze aangrijpende film minder hard binnen dan Biutiful en ook Sarah’s Key? Is dat de setting waarin ik de films keek, voor Sarah’s Key op dvd gingen we echt zitten, Biutiful kwam laat op de avond, publieke omroep en alleen, Black Swan werd uitgezonden op een commerciële zender, vroeger op de avond en ik keek alleen.

Zou het de clichéreden zijn dat zodra je kinderen hebt, je niet meer zonder een flinke huilbui naar films kunt kijken waarin kinderen slachtoffer worden, omdat je je het lot van deze kinderen persoonlijk aantrekt? Of zat het verschil in binnenkomen in het type zender en het tijdstip van uitzenden? Zat ik  minder diep in Black Swan vanwege de reclamepauzes en de bezoekjes aan mijn eigen kroost tijdens die ‘breaks’ omdat het nog niet zo laat was? En speelt het ontbreken van aftiteling aan het einde van de film ook mee? Dat is bij uitstek het deel van de film waarin de verwerking van wat je zojuist gezien hebt begint. Het nagenieten, het nadenken over de film.