Mist

Voor een zaterdag is het vroeg. Bestemming van vandaag is het Chassé Theater in Breda, het congres van Onze Taal over ‘de wortels van het Nederlands’. Ik rijd over de A59 en het is mistig. Hoe mistig blijkt als ik de bewoonde wereld achter me laat en de weilanden met slootjes, koeien, paarden en pony’s zichtbaar zouden moeten zijn.

Zouden moeten zijn. Met enige moeite onderscheid ik wat boerderijen en hé, de paarden staan er ook. Net als, hè, ja, toch, de koeien. Gelukkig is het niet al te druk op de weg en kan ik het me permitteren mijn gedachten af te laten dwalen naar het jaar 1021, naar het verhaal over Maatje en Stijn. Of waren Merel en Roderik de hoofdpersonen? Welke rol speelt Gisela eigenlijk? En hoe zit het met Sieglinde en Grimtrud?

Nu ik ook het tweede boek in de bundel Arme kinderen – Arme Merel heb gelezen is niets meer zeker. De waarheid is in nevelen gehuld als Bertram Westera, de schrijver, de boel flink door elkaar gooit en verwarring zaait. De lezer, ik in dit geval, blijft achter in de mist, met nog net zoveel zicht dat je je nog net niet afvraagt of je écht niet goed ziet, of dat het toch de mist is waar je last van hebt.

Dat het boek nasuist in mijn hoofd blijkt wel als ik onderweg zelfs even denk Sieglinde te ontwaren, of was het toch Grimtrud die daar in de mist opduikt en misbruik maakt van het voor de herfst zo kenmerkende schimmige weer? Stond daar wel iemand? Waren het gewoon de dieren in de wei die niet echt goed zichtbaar zijn in deze weersomstandigheden, zeker niet als je met een flink vaartje over de snelweg stuurt?

Gelukkig zit mijn moeder, ook taalliefhebber, naast me en leidt het kletsen over het congres waar we naartoe gaan wat af. Maar toch. Hoe toevallig is het dat het thema van vandaag ‘de wortels van het Nederlands’ is, en dat Middelnederlands uit de middeleeuwen een prominente plaats heeft vandaag? Hoe toevallig is het dat het vandaag de hele dag mist en Breda, net als de rest van Brabant, in nevelen gehuld is? Hoe toevallig is het dat ik juist nu, in deze herfstige periode vol mist, het boek over Merel in handen kreeg?

Ondertussen in Breda, kondigt één van de eerste sprekers, Frits van Oostrom, een heuse app aan waarin het Middelnederlands weer te horen is. Deze taal is namelijk bedoeld om naar te luisteren. Geen mens van toen las de Middelnederlandse teksten. Die werden juist voorgedragen, waardoor ze tot leven kwamen. In dat leven van de middeleeuwers kon van alles, zo maakte men elkaar wijs dat uit mist boven water kon zomaar een waterheks kon opdoemen, las ik.

In de app (uogala: laat het Middelnederlands klinken, vanaf december beschikbaar) worden de oude teksten met nieuwe, hedendaagse techniek gecombineerd, waardoor de historische schatten toegankelijker worden voor een breed publiek en waardoor het publiek als het ware een kijkje kan nemen in het Nederlandse leven in de middeleeuwen en het kloppend hart van de middeleeuwen kan horen.

Maar hé, wacht eens even, hoe zat dat nu met toen en nu in Arme kinderen – Arme Merel? Zijn 1021 en 2012 verbonden? Hoe dan? Alleen in de mist. Of juist in de mist?

Eén ding weet ik zeker; ik laat de tuindeur voorlopig dicht.

 

Wil je meer weten over het boek Arme kinderen – Arme Merel, geschreven door Merel van Esch (eerste boek in de bundel) en Bertram Westera? Klik hier

Binnenkort ook op deze plek meer over dit bijzondere boek.

arme kinderen - arme merel