Landen

Drie dagen duurt het landen nu. Eergisteren, gisteren en vandaag zijn voorbij. Donderdagavond iets na zeven uur ’s avonds zag ik mijn lief, mijn dochters, mijn ouders, mijn broer weer na ruim vijf weken hard werken in Bangalore, India. Het voelde alsof ze me gisteren uitgezwaaid hadden. Ik was weer geland. Na een hele lange dag met gelukkig een hele ontspannen luie vlucht van Bangalore naar London Heathrow. Tien uur lang heb ik lekker languit over vier vliegtuigstoelen gelegen, geslapen en films gekeken. De twee uur wachten op Heathrow waren best te doen, want ik voelde me al dicht bij huis. De vlucht naar Amsterdam daarna was ook prima en keurig op tijd landden we op Schiphol.

Echt thuis was ik pas toen ik mijn eigen huiskamer weer binnen stapte. Hoewel ik nog wel even kennis moest maken met mijn nieuwe huisgenoten Koos en Dreumel, de katjes. ’s Nachts ervaar ik dat het echte landen nog moet gebeuren. Midden in de nacht ben ik klaarwakker, gelukkig val ik na een rondje facebook, wordfeud, what’s app en twitter weer in slaap. Tot een uurtje of acht. Dan ben ik echt wakker. Meteen begint het rekenen in mijn hoofd. Hoe laat is het nu in Bangalore, wat zijn de mannen die nog daar zijn, nu aan het doen. Wat zou ik nu aan het doen zijn, als ik nog daar zou zijn? Op die eerste vraag kon ik antwoord geven: lunchen met rijst, curry en chapati’s of roti’s. Die tweede vraag is simpelweg niet te beantwoorden. Mijn reis, mijn avontuur zit erop. Ik moet hier de draad weer op zien te pakken.

Om twee uur op het schoolplein gaat dat prima, alsof ik gisteren nog de meiden uit school heb gehaald. Het afspreken gaat nog net zo soepel als voor India. Ik vind later die middag gewoon op de automatische piloot het zwembad voor de zwemles. Eenmaal daar, in het zwembadcafé komt de spreekwoordelijke man met de hamer. Het is hier rond vier uur, dus daar rond half 9, net na het avondeten. En zo voelt het ook. Het is pas vier uur. Het duurt nog heel lang voordat ik naar bed mag.

Ik dwing mezelf te stoppen met goochelen met uren. Ik ben hier. Nu. Dat is niet echt makkelijk als je ’s nachts weer rond vijf uur klaarwakker in bed ligt. Ik merk dat ik nog niet helemaal geland ben. Zeker niet als ik me in de loop van de dag aan alles en iedereen begin te ergeren. Ik ervaar zo ontzettend veel prikkels dat ik het niet meer voor elkaar krijg om het allemaal te ordenen in mijn hoofd. Nu, weer een dag later is dat gevoel gelukkig gezakt. De was is gedaan, het speelgoed van de meiden is opgeruimd en uitgezocht, de zomerkleren liggen weer onder het bed en de warme vesten hangen weer in de kast.

Het koude weer lijkt redelijk te wennen, al kan het heel goed zijn dat naast de verwarming ongewoon hoog, ook de rosé van zaterdagmiddag en de rode wijn van vanmiddag hun bijdrage aan het warme wintergevoel hebben geleverd. Waar gezellige (kinder)feestjes niet goed voor kunnen zijn. Ze helpen me landen.