Hóé heet je?
Op de basisschool vond ik het helemaal niet leuk. Iedereen in mijn klas had naamstickers. Die wilde ik ook. Elke keer als ik samen met mijn nog steeds aller- aller- allerbeste vriendin (met ook niet de meest alledaagse voornaam, althans wat schrijfwijze betreft) in de boekhandel in het wijkwinkelcentrum was, bladerden we door de bak met stickers. “Nee, weer niet. Oh kijk, voor jou wel, bijna dan, met een ‘z’ en en ‘e’ achteraan.” Teleurgesteld liepen we dan maar richting de tijdschriften waar we in de Popfoto en Hitkrant de posters bekeken en de songteksten lazen tot we door de grijze dames van de winkel weggestuurd werden omdat we ze na het lezen toch niet kochten. We hadden ze ten slotte al gelezen. Maar dat is een ander verhaal.
Voornamen dus. Ik ga door het leven met een voornaam die niet alledaags is. Op de basisschool vond ik het niet zo leuk vanwege de praktische beperkingen. Dan bedoel ik niet alleen de naamstickers en andere prullaria met namen uit de top 20 van de svb. Ik bedoel ook al die keren dat ik wel tien keer moet zeggen hoe ik heet, of het zeven keer moet spellen tot er uiteindelijk pen en papier bij moet komen. En dan zeggen ‘Oh, je schrijft het eigenlijk precies zoals je het zegt. Nou inderdaad! Niet met een C, niet met een a of i als tweede letter, zonder h na de t, gewoon Selita. Daar hebben mijn ouders heel goed over nagedacht. Ze wilden namelijk een naam die overal op de wereld goed uit te spreken is en die niet alledaags is.
Het tweede is volgens de voornamenbank van het Meertens Instituut (dat de populariteit en verspreiding van voornamen onderzoekt en in kaart brengt) uitstekend gelukt. Het eerste wat minder. Als je het over Nederland hebt tenminste. Al moet ik zeggen; sinds de naam Selina wat meer voorkomt, krijg ik minder de vraag of ik mijn naam nog een keer wil vertellen als ik mij voorstel. Dat gevoel klopt dan wel weer met de grafiek van deze naam.
Ondertussen vind ik het niet erg meer dat ik een niet alledaagse naam heb. Ik ben er aan gewend dan mensen vragen stellen over mijn naam en ik ben er eigenlijk wel trots op. Ik vertel bij nieuwe ontmoetingen met alle liefde het verhaal achter de naamkeuze voor hun dochter, als erom gevraagd wordt natuurlijk.
Hoe ik erop kwam om dit stukje te schrijven, vraag je?
Nou, als werkzoekende struin ik natuurlijk Linkedin af, op zoek naar verbindingen, relaties en ingangen naar een nieuwe baan. In een moment van ontspanning met een kop thee in de hand, zocht ik op de naam Selita. Naast drie Nederlandse profielen kwam er een waslijst aan nationaliteiten tevoorschijn: Fiji, Brazilië, Peru, Mexico, Verenigde Staten, Roemenië, Duitsland, Canada, IJsland, Tonga, Suriname, Chili. Waarbij de VS en Brazilië het meest genoemd worden.
Dat laatste snap ik dan weer wel. Dat zijn natuurlijk allemaal medewerkers van Selita in Brazilië. Medewerkers van deze Selita zitten niet op Linkedin.